In deze blogpost kun je lezen wat je allemaal kunt doen om meer bereik te krijgen op je blog en hoe je je social media kanalen kunt inzetten.
Door mijn vorige bedrijf heb ik enige jaren ervaring met social media en heb ik zelfs freelance klussen gedaan voor ondernemers. Hier zorgde ik voor hun social media kanalen of gaf een 1 op 1 sessie voor een introductie voor social media.
Hoe kun je ervoor zorgen dat je bezoekers trekt naar je foodblog?
(ik schrijf dit nu voor foodbloggers maar uiteraard kun je dit ook voor een ander niche blog doen).
1. Pin je blogpost op Pinterest.
Als je een blogpost publiceert zorg er dan direct voor dat je dit pint op Pinterest. Zorg voor verschillende trefwoorden erbij, in Engels en het Nederlands. Dus bij een recept “pompoensoep” schrijf je ook “pumpkin soup”. Pak gewoon de online google translate erbij als je sommige engelse worden niet kent. Maak een board aan met je eigen website. Ik heb dus een pinboard met “Mylucie”. Zet ook altijd je URL erbij, volledig: “http://www.mylucie.com”. Pinterest vindt het prettig als ze weten waar de bron vandaan komt.
2. Plaats je post op je Facebook bedrijfspagina.
Start een bedrijfspagina op Facebook. Facebook houdt er niet van als je zakelijke berichten plaatst op je privé pagina.
Facebook kun je inplannen. Als je een bericht intypt druk je rechts op het blauwe pijltje naar beneden, achter “publiceren”. Daar verschijnt een kopje”plannen”. Als je daarop klikt, kun je een datum en tijd uitkiezen. Zo kun je voor de hele week je berichten inplannen. Ook is handig met vakantie. Dan hoef je er niet aan te denken maar het blijft doorlopen.
Als je bijvoorbeeld een lekker recept hebt voor de Kerstdagen kun je dit vlak voor Kerstmis op de planning zetten. Of misschien een lekkere hotspot om uit eten te gaan op de vrijdag middag.
Ik gebruik bij Facebook berichten altijd de volledige URL. Let erop dat je ook eens drie foto’s plaatst in plaats van steeds de afbeelding die je krijgt als je de URL intypt. Kijk wat mooi uitkomt.
3. Plan tweets in op Tweetdeck.
Deze app kun je installeren op je computer. Het is zeker aan te raden. Twitter is vluchtig en niet iedereen ziet je berichten. Als je je ook richt op buitenlands publiek, plan tweets midden in de nacht in zodat ze bijvoorbeeld in Amerika je tweets ook lezen.
Ik merk als ik s’ ochtends opsta dat is soms reacties heb op Twitter (terwijl ik dus sliep).
Gebruik zo vaak mogelijk foto’s bij je tweets. Het oog van de mensen valt als eerste op een foto en trekt dus de aandacht. Als het enigszins kan gebruik een liggende foto bij Twitter.
Gebruik korte URL’s op Twitter. Ga naar https://bitly.com en verkrijg daar je verkorte URL.
4. Plaats een foto van je desbetreffende blog op Instagram.
Pas als eerste de URL aan in je bio. Neem de specifieke URL die je krijgt bij je blogpost. Op je telefoon ga je dan naar je eigen website, gaat naar je blogpost en je kopieert bovenin de URL. Dan ga je naar Instagram en deze URL plaats je in je bio.
Verwijs naar je blog bij de tekst (je capture) bij je foto. Zet erbij dat mensen de specifieke link in je bio kunnen vinden. Zo maak je het de bezoekers makkelijk en kunnen ze de blogpost snel vinden.
Ik schreef eerder de blogpost “10 tips voor meer volgers op Instagram”.
Note: ik verspreidt de social media de laatste tijd wat meer. Als ik een blogpost plaats doe ik altijd als eerste Pinterest. De rest plan ik daarna verspreidt in, waar ik zelf behoefte aan heb, als het ergens aan bod komt. Sommige blogpost kunnen ook later of na een tijdje weer genoemd worden.
5. Publiceer je blog op Steller.
Steller is een app die je kunt installeren op je telefoon. Het is (nu nog) een kleine gemeenschap. Het draait om mooie foto’s, het zijn een soort van mini blogjes bij elkaar. Dus hoe fijn is het als je dit kan gebruiken voor je blogpost en meer mensen kunt bereiken? Ik vind het vooral mooi om anderen te kunnen inspireren en mijn creativiteit te delen. Ook kun je video’s uploaden.
Ook hier kun je anderen volgen en stories “liken”.
Je kunt linkjes plaatsen naar je eigen blog of je Instagram account.
Recepten kun je plaatsen met mooie verschillende foto’s van het maak proces.
Gebruik bij recepten de hashtags: “stellerfood” of “foodphotography”.
6. Maak meerdere foto’s bij een recept.
Ik probeer verschillende foto’s te maken bij een recept. Nu heb ik altijd te veel foto’s en vind ik sommige foto’s te mooi om niet te plaatsen. Het voordeel hiervan is dat je een verzameling hebt voor je social media kanalen.
Het “maak proces” is mooi om te zien hoe je een recept maakt, je krijgt dan een story. Eigenlijk een soort van stappenplan.
Dus bijvoorbeeld bij appeltaart zie je:
– de ingrediënten van de appeltaart
– hoe je het deeg kneedt
– hoe je de appels schilt
– de appels in de belegde taartvorm legt
– de appeltaart na het bakken
– met handschoenen of een theedoek de taartvorm met je handen vast houdt
– een gedekte tafel met appeltaart en thee
– de appeltaart op een taartvorm
– een aangesneden appeltaart met een hand erbij
– een leeg bordje met kruimels.
Soms kies ik ervoor om sommige ingrediënten er niet op te plaatsen omdat het minder mooi staat op het plaatje. Zoals gehakt vind ik niet heel charmant, ook niet met een groen blaadje erop.
7. Noem de bron van je recept
Als je bijvoorbeeld een recept maakt uit het tijdschrift Jamie Magazine kun je hen noemen en taggen @jamiemagazinenl
Dan maak je kans om “gefeatured” te worden. Dat betekent dat ze jou foto plaatsen of noemen met je gebruikersnaam erbij.
8. Laat het restaurant weten dat je een blogpost hebt geschreven.
Bezoek je vaak “hotspots”, restaurants, koffie barretjes of lunch cafes? Laat het aan hen weten dat je hen hebt genoemd. Dit kan door middel van een mailtje, meld dat je hen hebt genoemd met link en vraag daarin of het misschien leuk is om je blogpost te delen.
Als je op Facebook je blogpost deelt kun je hen ook noemen in je Facebook bericht. Je moet dan de bedrijfspagina van hen volgen en je noemt hen zoals dit: @mylucie. Door het gebruik van “@” wordt de link blauw en is het gelinkt naar hun facebook pagina (ik heb zelf toentertijd eeuwen gezocht hoe dit werkt).
Heb je nog andere tips? Ik hoor ze graag!
